zaterdag 27 november 2010

Caravan als fruitopslag

We bewaren ons winterfruit in een ongeïsoleerde houten loods. De kratten stonden er op schragen en tafels om ze buiten bereik van knaagdieren (eufemisme voor ratten en muizen) te houden. Wanneer het stevig begon te vriezen werd alles met oude dekens en kleden afgedekt. Tot we vorig jaar besloten de caravan (in diezelfde loods) als fruitopslag te gebruiken. Dat hadden we eerder moeten verzinnen: zo'n caravan is goed afgesloten (knaagdierproof) en bovendien nog enigszins geïsoleerd. Het werkt buitengewoon prettig: matrassen eruit en kisten fruit op de banken. Natuurlijk moet je wel regelmatig kijken of er geen rotte of beurse vruchten tussen zitten (dat moet altijd), maar het bewaart uit de kunst. Als het in het voorjaar warmer wordt, blijft het fruit in de caravan ook langer koel. 
 

NB De caravan is een 37 jaar oude Biod Bambi – technisch nog in prima staat en wij gebruiken haar wanneer we meerdaagse fototrips maken; ze is van polyester en weegt 460 kg. 

 

NB-2 Voor wie niet ingevoerd is in de caravanwereld: BIOD staat voor Beter Is Ons Devies.

Winterklaar & Egels

Nog net voor de vorst de laatste bieten en peen van de tuin gehaald en een vakje prei opgekuild zodat die oogstbaar blijft. De aardbeienbedden zijn toegedekt met gevallen blad.

Vorig jaar werden we door de langdurige kou verrast en kwamen we droog stookhout tekort, nu zijn we er beter op voorbereid; er ligt voldoende binnen en ik heb ook buiten het een en ander met een dekzeil zekergesteld.




Egels

Afgelopen winter maakte ik me zorgen over het lot van de egels. Niet ten onrechte, zo leek het, want vanuit het keukenraam zag ik een vermagerd exemplaar scharrelen op een dik pak korstige sneeuw. Dat maakte een desolate indruk, maar toen ik hem/haar naar binnen wilde halen - om in de stal aan te sterken op kattenvoer - was ie verdwenen. De wintersterfte leek echter mee te vallen, want deze zomer zag ik meer egels dan ooit. 
Mijn band met egels wordt de laatste jaren bepaald door onze hond Bo (De Dikke Jongen), die een obsessieve neiging heeft ze op te sporen. Als hij er een gevonden heeft blijft hij op me wachten. Hij mag er, tot z'n spijt, niet met z'n poten aanzitten en er ook niet overheen pissen. Wanneer ik zeg dat het goed is, loopt hij verder op zoek naar de volgende. Op weg naar de brievenbus traceert hij er doorgaans één of twee; tijdens de rondgang over het terrein voor het slapen gaan, vinden we er meestal nog drie of vier. Er zullen er wel meer zijn (hoeveel egels zouden elkaar verdragen op drie hectare??) want vaak staat Bo bij een haag of afvalhoop nadrukkelijk te snuffelen.
Dit jaar hadden we trouwens ook een huisegel met (later) haar kroost. Deze was zo geconditioneerd op het kattenvoer dat ze samen met de kat op verse brokjes zat te wachten. Later in het seizoen kwamen er ook jonge egeltjes bij de schuurdeur eten, ik dacht er drie te onderscheiden naar de verschillen in formaat, maar ik zag er nooit meer dan één tegelijk.
Eergisteren had ik de laatste eters aan de deur, nu vriest het en hebben ze (naar ik hoop) een veilig onderkomen gezocht.