maandag 14 maart 2011

Sneeuwklokjes: méér dan rente op rente

Cammingha Hof, sneeuwklokjes (foto 8 maart 2009)

Er stonden een paar sneeuwklokjes bij het huis toen we hier kwamen wonen. Dat was in 1976, maar ik denk dat het een paar jaar duurde voor ik me er rekenschap van gaf. Ze stonden naast de keuken onder een linde en daar hebben ze jarenlang gestaan voor ze om aandacht begonnen te vragen. Het polletje (aanvankelijk een handvol bloempjes) werd in de loop van de tijd een pol en later een plakkaat. 
Uiteindelijk werd ik in het voorjaar van 2000 getriggerd door een live verslag in Vroege Vogels waarin een sneeuwklokjesboer op Texel sneeuwklokjes liep te verplanten. Dat was voor mij de aanleiding om zelf aan de slag te gaan; inmiddels met een plakkaat van zo'n anderhalve vierkante meter.

Aanvankelijk ging ik te werk volgens de instructies die via Vroege Vogels tot me waren gekomen (een snee in de grond met een spade en daar wat bolletjes in laten zakken) maar al snel ontdekte ik dat het sneller kon. 
Ik schep een flinke pol gras (of grond) uit, die ongeveer zo groot is als het blad van de bats (schep) en zo'n zes cm diep. Langs de rand drapeer ik wat bolletjes op de bodem (zo'n 6 tot 8 goed ontwikkelde + het kleinere spul dat er altijd tussen zit) met het loof naar buiten gespreid en plaats dan de zode weer terug. Even met de voet aandrukken en klaar. De bloemetjes pluk ik weg zodat ze geen kracht aan zaad hoeven te verspillen. Na een dag staat het loof er alweer fris bij. 
Het duurt zo'n 4 tot 5 jaar tot er een gevulde pol is ontstaan die dan ook aan de buitenkant is uitgedijd; waar groepen pollen zijn geplant vind je dan massieve plakken. 


Dit beeld (foto 14 maart 2011) is hier schaars, want ik zie maar zelden hommels of bijen op de sneeuwklokjes. Sneeuwklokjes kunnen zo'n forse hommel eigenlijk niet dragen; elke bloem die werd binnengegaan boog onder het gewicht door tot op de grond of op ander loof. Moeizaam werken dus, en het ziet er hilarisch uit.


Het duurde lang voor ik mijn sneeuwklokjes op uitzaaien kon betrappen. Ze moeten bestoven worden door hommels of bijen; meestal is het tijdens de bloei nog te koud daarvoor. De jaren dat de omstandigheden meewerken zijn in de minderheid; het duurde hier zo'n zes jaar voor ik de eerste zaailingen zag. 
Volgens de literatuur worden de zaden verspreid door mieren (vandaar de naam mierenbroodjes), maar dat is hier niet het geval. Ik zie alleen zaailingen in cirkels rond de pollen, zoals ze door de plant zijn neergevlijd. Aanvankelijk leek het erop dat dat alleen gebeurde op onberoerde plekken, maar dit jaar zag ik ze ook (herkenbaar als strook dunner loof zonder bloei) rond pollen waar regelmatig is gemaaid. 




Na een jaar of vijf ben ik met een tweede serieuze plantronde aan de slag gegaan; om het beeld niet aan te tasten vooral met pollen die her en der in de periferie waren aangeplant. 
Op de plek waar ik een pol weghaal vul ik de grond weer op en plant er wat terug; omdat er meestal ook nog het een en ander achterblijft is zo'n plek dan weer snel hersteld. Ook het plakkaat waarmee we in 2000 begonnen is er weer helemaal.

Wanneer ik een voorzichtige schatting maak van het rendement van de sneeuwklokjes planterij (van 2000 tot 2011), staat er nu toch ruimschoots een honderdvoud van de toenmalige populatie. 

Bij het aanplanten van sneeuwklokjes moet je er wel rekening meer houden dat je daar pas kunt maaien wanneer het loof verdord is.

Camhof, sneeuwklokjes, 14 maart 2011

Camhof, sneeuwklokjes, 12 maart 2011

Camhof, sneeuwklokjes, 12 maart 2011

Camhof, 14 april 2011

Camhof, 11 april 2009




Geen opmerkingen:

Een reactie posten