Het voorjaar is veelbelovend, daarover geen misverstand; maar dan overvalt je de zomer.
De zomer is (qua groei) overweldigend, maar eigenlijk te veel van het goede en ook vermoeiend. Ik ben de zomer na de zomer zat; de zomer hoeft voor mij niet door te duren.
Nu, in de herfst doen we nog wat gedaan moet worden. Noten rapen, appels en peren oogsten; huis en hiem winterklaar maken.
's Winters na de bladval is het erf meer stationair. Gedaan werk blijft gedaan werk; dat is wel zo bevredigend.
Het winterwerk zet de toon voor het komende seizoen. De winter is er voor het onderhoud van de structuren: windsingels dunnen, geriefhout oogsten, hagen stoppen en vlechten, snoeien.
Elk jaar laten we steken vallen, want realiteit blijkt vaak weerbarstiger dan plannen, maar voor komende winter zijn we vastbesloten zo snel mogelijk te beginnen en ons niet weer door sneeuw of ander ongerief te laten weerhouden.
Het snoeien van de knotlinden tussen achtererf en Naantjehof kwam er vorige winter niet van; maar eens in de vier jaar is zo'n beetje de limiet- dus deze winter moet het. En er moeten wat bomen gerooid worden in de zuidtuin; die is te donker geworden, door inmiddels meer dan huizenhoge -eens zelf geplante- essen. Bij de Katuin moeten de elzen aan de weg worden afgezet om zo dichter terug te komen en in de overige windsingels moet nodig gedund worden. Voor snoeiwerk rond de gracht is dan een periode met stevig ijs wel zo makkelijk.
Takkenhagen
Het dikkere hout slaan we op in mijten voor de kachel, het dunnere gebruiken we om de hagen te stoppen. Dat snoeihout blijft in een gevlochten haag (of luchtig ingestoken in een frame) hooguit een jaar of vier redelijk vormvast. Zo al met al is er hier zo'n halve kilometer aan takkenhagen zodat er altijd een bestemming in de buurt is voor het snoeiafval.
De meeste hagen zijn doorgroeid met klimop, hop of bosrank en vormen zo de ecologische ruggengraat van het terrein
De zomer is (qua groei) overweldigend, maar eigenlijk te veel van het goede en ook vermoeiend. Ik ben de zomer na de zomer zat; de zomer hoeft voor mij niet door te duren.
Nu, in de herfst doen we nog wat gedaan moet worden. Noten rapen, appels en peren oogsten; huis en hiem winterklaar maken.
's Winters na de bladval is het erf meer stationair. Gedaan werk blijft gedaan werk; dat is wel zo bevredigend.
Het winterwerk zet de toon voor het komende seizoen. De winter is er voor het onderhoud van de structuren: windsingels dunnen, geriefhout oogsten, hagen stoppen en vlechten, snoeien.
Elk jaar laten we steken vallen, want realiteit blijkt vaak weerbarstiger dan plannen, maar voor komende winter zijn we vastbesloten zo snel mogelijk te beginnen en ons niet weer door sneeuw of ander ongerief te laten weerhouden.
Het snoeien van de knotlinden tussen achtererf en Naantjehof kwam er vorige winter niet van; maar eens in de vier jaar is zo'n beetje de limiet- dus deze winter moet het. En er moeten wat bomen gerooid worden in de zuidtuin; die is te donker geworden, door inmiddels meer dan huizenhoge -eens zelf geplante- essen. Bij de Katuin moeten de elzen aan de weg worden afgezet om zo dichter terug te komen en in de overige windsingels moet nodig gedund worden. Voor snoeiwerk rond de gracht is dan een periode met stevig ijs wel zo makkelijk.
Takkenhagen
Het dikkere hout slaan we op in mijten voor de kachel, het dunnere gebruiken we om de hagen te stoppen. Dat snoeihout blijft in een gevlochten haag (of luchtig ingestoken in een frame) hooguit een jaar of vier redelijk vormvast. Zo al met al is er hier zo'n halve kilometer aan takkenhagen zodat er altijd een bestemming in de buurt is voor het snoeiafval.
De meeste hagen zijn doorgroeid met klimop, hop of bosrank en vormen zo de ecologische ruggengraat van het terrein
Geen opmerkingen:
Een reactie posten